Elk figuur is anders. Dat is ook de reden waarom een bepaalde broek bij de een helemaal te gek staat en voor de ander weinig doet. Als je weet welk lichaamstype je bent kun je je sterke punten benadrukken en je minder sterke punten camoufleren.
De juiste broek kan ervoor zorgen dat je er op je best uit ziet. Maar hoe weet je welke pasvorm echt voor jou geschikt is? Om je op weg te helpen, hebben wij per lichaamstype de do’s en don’ts op een rijtje gezet. We onderscheiden daarin de volgende zes types:
- Appel: slanke benen en weinig taille
- Peer: smalle schouders en voluptueuze heupen
- Zandloper: smalle taille, volle boezem en volle billen
- Rechthoek: slank en recht figuur met weinig tot geen taille
- Aardbei: brede schouders, volle boezem en slanke benen
- Atletisch: slank, gespierd, brede schouders en rechte heupen
Het uitgangspunt is om balans te creëren door prints of lichte kleuren op de smalle delen van het lichaam te gebruiken, en de brede delen te ‘verdoezelen’ met donkere kleuren. Want wanneer je ergens accent op wilt leggen, kun je het beste gebruikmaken van lichte kleuren, wassingen of opvallende prints en details. Wanneer je de aandacht ergens vanaf wilt halen, gebruik je juist effen, donkere kleuren.
Twijfel je over jouw lichaamstype of heb je het idee dat je tussen meerdere types in valt? Dit is heel goed mogelijk, geen lichaam is hetzelfde. Experimenteer vooral met de verschillende tips die we geven, je zult vanzelf merken wat het beste voor jou werkt.